Sportoefentherapie
Sporters bukken, tillen, springen en balanceren, ze rennen, gooien en slaan. Kortom, zij vragen veel van lijf en leden. Dat houdt het lichaam fit en gezond, maar kan daarnaast ook tot klachten leiden. Vaak zijn die klachten onnodig. Want wie goed beweegt en op zijn houding let, loopt aantoonbaar minder kans op blessures.
Sporten doet een extra groot beroep op iemands fysieke kracht, snelheid en ademtechniek en de coördinatie van lichaamsdelen en bewegingen. Vaak lijkt het alsof het lichaam van de sporter de klus vanzelf klaart. Tot het misgaat en er ineens klachten ontstaan. Sportoefentherapie kan de sporter dan weer op het goede spoor zetten.
Wat doet de sportoefentherapeut?
De oefentherapeut onderzoekt de sporter naar aanleiding van zijn of haar klachten en eventueel de diagnose van de arts. De oefentherapeut observeert en analyseert het houdings- en bewegingspatroon van de sporter, en betrekt daarin zowel de sportbewegingen als de dagelijkse bewegingen. De sporter leert geleidelijk aan om (weer) goed te gaan bewegen, zodat klachten in de toekomst voorkomen kunnen worden.
Voor wie?
Behandeling door de sportoefentherapeut is aangewezen voor sporters die incidenteel, langdurig of zelfs chronisch last hebben van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat. Indicaties zijn bijvoorbeeld:
- klachten of blessures die ontstaan zijn tijdens of na de sportbeoefening;
- klachten of blessures die te maken hebben met ademhaling en ontspanning;
- acute letsels, zoals spier- en peesrupturen, verzwikkingen en fracturen;
- de wens om na herstel (nieuwe) klachten te vermijden.
Daarnaast kunnen sporters ook preventief naar de sportoefentherapeut gaan. Sportoefentherapie helpt om klachten te voorkomen, bijvoorbeeld door te werken aan een goede looptechniek of houding en een (beter) gebruik van de juiste ondersteunende spieren tijdens de sportbeoefening.
Kijk voor meer informatie op sportoefentherapie.